In Portugal at ik ooit deze heerlijke gebakjes. Ze heten pastéis de nata of pastéis de Belém. Het is een van de meest bekende en populairste lekkernijen van het land. Het oorspronkelijke recept is geheim. Het is in handen van de Fábrico dos pastéis de Belém in Lissabon. Traditiegetrouw worden ze warm gegeten en zijn ze geflambeerd met kaneel en rietsuiker. Ik was ze allang weer vergeten totdat een kennis van mij de gebakjes had gemaakt. Zij had het recept weer van iemand die een Portugees restaurant heeft. En nu geef ik het weer door aan jullie. Het is eenvoudig te maken en succes verzekerd.
Pastéis de Belém (Portugese gebakjes)
Voor 8 stuks
8 bakvormpjes
4 blaadjes (diepvries) bladerdeeg
250 ml crème fraîche
3 eidooiers
80 g poedersuiker
1 el bloem
1 zakje vanillesuiker
snufje zout
kaneel
8 bakvormpjes met een doorsnede van 9 cm.
- Verwarm de oven voor op 225˚C.
- Verwarm in een kleine pan de crème fraîche, eidooiers, poedersuiker, bloem, vanille suiker en zout. Laat niet koken.
- Zet het vuur uit als het mengsel een dikte van vla heeft en laat het afkoelen.
- Laat het bladerdeeg ontdooien en doe het in de vormpjes.
- Verwijder de overhangende randen.
- Prik met een vork wat gaatjes in de bodem.
- Schenk de afgekoelde saus erin.
- Zet ze 20 minuten in oven.
- Bestrooi met kaneel en dien warm op.
TIP
In plaats van crème fraîche kun je ook dikke Griekse yoghurt gebruiken.
TIP
Heb je geen bakvormpjes? Gebruik dan aluminium vormpjes uit de supermarkt.
